Bouwhistorie

Een bouwhistoricus bestudeert de geschiedenis van het bouwen, het bouwvak, de constructies en de materialen in samenhang met de gebouwde omgeving. Uitgangspunt daarbij is het vakgebied van de mensen die het bouwwerk tot stand brachten: de ambachtslieden, de bouwers, de bouwkundigen. Gegevens worden ontleend aan de bouwmassa, archivalia, archeologisch materiaal, literatuur, oude afbeeldingen e.d.. De bouwhistorie is ontstaan na 1955, toen het besef groeide, dat er veel was af te lezen over de bouwtijd en de bouwwijze van een gebouw aan de manier waarop het is opgetrokken en uit de toegepaste materialen en constructies. Aldus Haslinghuis en Janse, in: Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur– en bouwhistorie.

Kelderconstructies kunnen voor wat betreft de opbouw, structuur en materiaalgebruik informatie geven over ouderdom en het ontstaan van stedenbouwkundige structuren.

Klik hier om te lezen wat de werkwijze is voor het uitvoeren van een bouwhistorisch onderzoek.

In principe wordt het bouwhistorisch onderzoek geheel zelfstandig uitgevoerd. Wanneer echter onderdelen van het bouwhistorisch onderzoek om zeer specialistische kennis vraagt of wanneer bij cultuurhistorisch onderzoek andere vakdisciplines een rol spelen, wordt dit onderdeel uitbesteed aan een specialist. Bijvoorbeeld specialistisch kleuronderzoek, archiefonderzoek en groen erfgoed.

Kijk hier voor referentieprojecten.

Wilt u voorbeelden zien van rapportages, dateringsplattegronden en waardestellingsrepresentatietekeningen? Neem dan contact op met Van Reenen Onderzoeksbureau voor Bouwhistorie.

VAN REENEN BOUWHISTORIE
PROJECTEN

Hieronder vind u de locaties van uitgevoerd onderzoek. 

Blauw uitgevoerd (of nog in uitvoering) als zelfstandig bouwhistoricus met een eigen onderzoeksbureau. 

Rood uitgevoerd als bouwhistoricus, werkzaam bij Lakerveld ingenieurs- & architectuurbureau BV te Noordeloos.

Geel als docent of ontwikkelen van lesmateriaal.

Groen als gids bij rondwandelingen in historische binnensteden